Terug naar de krant

Hoe ambassades in Nederland de rechter negeren en ex-werknemers daar de dupe van zijn

Leeslijst achtergrond

Ambassades in Nederland Werknemers van de Braziliaanse en Algerijnse ambassade werden onterecht ontslagen, oordeelde de Nederlandse rechter. Ze hebben recht op tienduizenden euro’s, maar de ambassades betalen niet.

Leeslijst

Het nieuws in het kort

  • De ambassades van Algerije en Brazilië in Den Haag negeren uitspraken van de Nederlandse rechter. Daardoor lopen twee werknemers – een voormalige chauffeur van de Braziliaanse ambassadeur en een administratief medewerker van de Algerijnse ambassade – in totaal ruim 150.000 euro mis.
  • Ook vier andere ambassades, waarover NRC eerder berichtte, blijven uitspraken van de rechter naast zich neerleggen, waardoor Nederlandse oud-werknemers voor tienduizenden euro’s gedupeerd zijn.
  • Dat blijkt uit onderzoek van NRC, in samenwerking met het online programma BOOS van BNNVARA.

‘My guardian angel.” Zo noemde de voormalige Braziliaanse ambassadeur in Nederland, de gelauwerde diplomaat Regina Cordeiro Dunlop, haar chauffeur Guilherme Lima vaak. Waarschijnlijk, denkt Lima, omdat de ambassadeur zich veilig bij hem voelde. Hij is groot, sterk, en heeft een verleden als bodybuilder. Soms zat hij van negen uur ’s ochtends tot een uur ’s nachts achter het stuur. En als hij zei dat hij moe was, dan moest hij toch komen. „De ambassadeur wilde dat alleen ik haar zou rijden.”

Het gaat mis als de vrouw van Guilherme Lima zwanger is. Hij wil na de bevalling een lange vakantie nemen en zegt dat de ambassadeur daar persoonlijk akkoord mee is gegaan. Maar na een week wordt hij alweer gebeld. „Ik moest werken, ze hebben me aangenomen omdat ik flexibel kon zijn, vertelde een diplomaat me.”

Een paar weken daarna wordt bij de schoonvader van de kersverse vader een tumor geconstateerd. Guilherme Lima trekt het niet meer. Maar hij moet blijven rijden.

De vele uren achter het stuur breken hem op, vertelt hij. In december 2019 brengt hij de Braziliaanse ambassadeur naar Amsterdam en raakt hij een paaltje. De ambassadeur zegt dat hij moet liegen en de schuld bij de autofabrikant moet leggen door te beweren dat de sensoren het niet deden. Hij weigert dat. „Ze zei dat ik er spijt van ging krijgen en ze alles ging doen om me kapot te maken.”

Zes dagen na de rit met de schade rijdt Lima in Leiden een deuk in de vervangende dienstauto. „Het was mijn fout, maar ik was zo moe. Ik kon niet meer.” Hij biecht het eerlijk op bij de ambassade. In een gesprek met Pedro Cardoso, plaatsvervanger van de ambassadeur, krijgt hij te horen dat er geen plek voor hem is. In een brief die de ambassade hem later stuurt, staat dat zijn gedrag het imago en de reputatie van Brazilië bij de Nederlanders heeft ondermijnd.

En dan merkt Lima, niet als eerste, dat de rechtspositie van een werknemer van een ambassade een stuk zwakker is dan die van andere werknemers.

De Braziliaanse ambassade in Den Haag
Foto David van Dam

Begin 2020 verklaart een bedrijfsarts dat Guilherme Lima volledig arbeidsongeschikt is vanwege een burn-out. Lima is nog steeds niet in staat te werken, waarna Brazilië het ontslag via de rechter wil afdwingen. Maar zowel de rechtbank als het gerechtshof oordeelt dat een ontslag onterecht is. Lima wil zijn baan niet kwijt, maar de ambassade weigert hem terug in dienst te nemen.

De ambassade stuurt hem een mail waarin wordt gesteld dat zij „zich niet kan voegen naar de uitspraak van 2 februari 2021 van het gerechtshof”. De mail stelt dat het uitvoeren van de rechterlijke uitspraak „het centraal functioneren van de ambassade en het verwezenlijken van haar missie compromitteren”. Lima’s salaris wordt niet meer overgemaakt.

Daarna stapt Lima zelf naar de rechter, en met succes: de ambassade moet hem ruim 50.000 euro betalen, zo oordeelde het Haagse gerechtshof in oktober dit jaar. Maar er wordt geen cent overgemaakt.

Eerder bleek al dat ook vier andere ambassades uitspraken van de Nederlandse rechter negeren

Uitspraken genegeerd

De Braziliaanse ambassade legt uitspraken van de Nederlandse rechter naast zich neer. Hetzelfde geldt voor de ambassade van Algerije. Twee werknemers van beide ambassades kunnen daardoor fluiten naar het geld waar ze recht op hebben: in totaal ruim 150.000 euro. Dat blijkt uit gesprekken met betrokkenen en documenten die NRC heeft ingezien, in een onderzoek in samenwerking met het online programma BOOS van BNNVARA.

De ambassades van Brazilië en Algerije zijn niet de enige die werknemers zo behandelen. Eind vorig jaar onthulde NRC dat vier ambassades uitspraken van Nederlandse rechters naast zich neerleggen, waardoor oud-werknemers tienduizenden euro’s mislopen. Het ging om de ambassades van Egypte, Saoedi-Arabië, Koeweit en Marokko. Ondanks druk vanuit het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken hebben de oud-werknemers nog steeds niet het geld gekregen waar ze recht op hebben.

Lees ook Ambassades lappen Nederlandse ontslagregels aan hun laars, ingrijpen is vrijwel onmogelijk
Op de Koeweitse ambassade gedraagt de ambassadeur zich zeer dominant, volgens (oud-)werknemers. De ambassade is één oud-werknemer 40.000 euro verschuldigd.

De werknemers vallen onder het Nederlandse arbeidsrecht, ze wonen hier, hebben vrijwel allen een Nederlands paspoort en betalen al jaren keurig belasting. Maar ambassades kunnen uitspraken van een rechter naast zich neerleggen omdat er sprake is van diplomatieke onschendbaarheid, vastgelegd in het Verdrag van Wenen. Dus als een ambassade weigert te betalen, kan een deurwaarder geen beslag komen leggen. Het verdrag is bedoeld om diplomaten wereldwijd te beschermen zodat ze hun werk kunnen blijven doen, maar wordt door ambassades gebruikt om onder hun verplichtingen tegenover Nederlandse werknemers uit te komen.

Vakantiedagen

Aan het begin van dit millennium zoekt Ihssane Khachaï werk. Hij is dan net in Nederland en studeerde rechten in Algerije, dus ligt solliciteren bij de Algerijnse ambassade in Den Haag voor de hand. Hij wordt aangenomen en begint er in 2003, als administratief medewerker. Vanaf 2009 werkt hij er op de consulaire afdeling, waar hij visa-aanvragen beoordeelt. Ihssane Khachaï, inmiddels 48 jaar, is geworteld in Nederland en heeft sinds 2008 de Nederlandse nationaliteit.

Hij houdt van zijn baan en neemt nauwelijks vakantiedagen op, waardoor hij in 2020 recht heeft op zeven maanden verlof. Als Ihssane die dagen opneemt, om voor lange tijd bij zijn familie in Algerije te verblijven, breekt de coronacrisis uit. Algerije wil zijn verlof niet opschorten. Zonder zijn familie te hebben bezocht, gaat Ihssane in november van dat jaar weer aan het werk.

Omdat Ihssane Khachaï diabetes heeft, is besmet raken met het coronavirus voor hem mogelijk extra gevaarlijk. Daarom gaat hij niet naar de vele feesten die in 2021 ondanks de lockdown in de ambassade worden gehouden. Volgens Ihssane Khachaï wordt tijdens die festiviteiten geen afstand gehouden. Daarom voert hij in een aparte kamer zijn administratieve werkzaamheden uit.

Dat wordt niet op prijs gesteld, merkt hij op een vrijdagmiddag in de zomer van 2021. Hij zit op zijn werkkamer als toenmalig ambassadeur Lounès Magramane hem vraagt waarom hij niet op het feest is, dat op de ambassade plaatsvindt. „Ik heb gezegd: ‘Meneer de ambassadeur, u kent mijn probleem. Ik kan niet.’ Hij liep toen terug naar de zaal zonder nog iets tegen me te zeggen.”

Een paar dagen later ontvangt hij een officiële brief van de ambassade, met de vraag waarom hij niet bij het feest was. Vanwege het risico op besmetting met het coronavirus, antwoordt hij: „Omdat ik chronisch ziek ben, en mezelf nog meer moet beschermen dan anderen.” Toch wordt hij kort daarna per brief op staande voet ontslagen. Daarin meldt de Democratische Volksrepubliek Algerije hem dat het niet deelnemen aan de feesten gezien moet worden als „een aanval op het symbool van Algerije, zijn vertegenwoordigers en instituties”.

Khachaï is verbijsterd. Na bijna twintig jaar trouwe dienst staat hij van de ene op de andere dag op straat. Hij stapt naar de rechter. Daarbij voert de ambassade nog twee zaken aan als reden voor ontslag. Zo zou er een klacht tegen hem zijn ingediend en zou hij geld verduisterd hebben. Die laatste klacht wordt door de ambassade pas na het ontslag aangevoerd. De onderbouwing van de beschuldigingen is minimaal of niet aannemelijk, oordeelt de rechter. Ihssane Khachaï is onterecht ontslagen, stelt het gerechtshof van Den Haag op 5 juli van dit jaar. De ambassade moet haar voormalig medewerker meer dan 100.000 euro betalen. Maar ondanks verzoeken daartoe gebeurt er niks.

Op het kantoor van zijn advocaat Kimberley Collée vertelt Ihssane Khachaï het hele verhaal, bladerend door het immense dossier. Het zit vol met paperclips, beschreven velletjes en mails, alles gesorteerd op datum, en heeft het formaat van een klassiek telefoonboek.

Het dossier bewijst het gelijk van de voormalig werknemer van de Algerijnse ambassade, maar daar heeft hij niks aan. „De ambassade voelt zich boven de wet staan”, zegt hij. „En terecht. Want ze stáán ook boven de wet.”

Zowel de voormalige chauffeur van de Braziliaanse ambassadeur Guilherme Lima als Ihssane Khachaï hebben contact gezocht met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar dat leidde niet tot een oplossing. Datzelfde geldt voor de oud-werknemers van de ambassades van Egypte, Saoedi-Arabië, Koeweit en Marokko, waarover NRC eerder publiceerde. Na de publicatie zijn er wel gesprekken geweest tussen de oud-werknemers en de ambassades, mede na druk van Buitenlandse Zaken. Maar betaald werd er nog niet.

advocaatKimberley Collée Je hebt als werknemer van een ambassade minder rechten dan andere Nederlandse werknemers

Waarborgfonds

Inmiddels hebben nog twee oud-werknemers van de rechter gelijk gekregen. Amr Khalil werkte ruim elf jaar bij de ambassade van Koeweit en werd in 2021 ontslagen nadat hij ziek werd. Khalil heeft volgens de rechter recht op een vergoeding van ruim 170.000 euro. Hij is erover in gesprek gegaan met de nieuwe ambassadeur Ali Aldafiri, maar Koeweit betaalde volgens hem niets. Volgens Khalil mag hij alleen aan de slag onder een nieuw contract, als hij afstand doet van de claim.

Oud-beveiliger Salah Lagmich van de ambassade van Saoedi-Arabië kreeg in december te horen dat de Nederlandse rechter vond dat hij onterecht was ontslagen en dat zijn loon moest worden doorbetaald. Ook in zijn geval legde de ambassade de uitspraak van de rechter naast zich neer.

De werkomstandigheden in ambassades zijn vaak dramatisch, ziet vakbond FNV. Ambassadeurs en diplomaten stellen tegenspraak niet op prijs. Maar als ontslagen werknemers geen kant op kunnen, neemt de kwetsbaarheid nog meer toe. „Een schoonmaker met een minimumloon op een ambassade durft nu al nauwelijks voor zichzelf op te komen”, zegt FNV-bestuurder Etienne Haneveld. „Maar als de rechtsstaat niet bestaat voor ambassadepersoneel durft niemand iets meer. Dat is dramatisch voor het veiligheidsgevoel.”

GroenLinks en de PvdA in de Tweede Kamer pleitten eind vorig jaar na publicaties van NRC voor een waarborgfonds, waarmee Nederlandse werknemers van buitenlandse ambassades gecompenseerd kunnen worden door de overheid. Volgens Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) kan met zo’n fonds de Nederlandse staat de claim op een ambassade overnemen. Tweede Kamerlid Kati Piri (PvdA) vindt het in het uiterste geval de verantwoordelijkheid van de Nederlandse overheid om deze specifieke groep werknemers te compenseren.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt in een reactie dat ambassadeurs van de betreffende ambassades daar in formele gesprekken op zijn aangesproken, onlangs nog die van Algerije. In één geval is er door een Nederlandse ambassadeur bij de autoriteiten in het land zelf aandacht voor de zaak gevraagd. Om welke ambassade dat gaat, wil het ministerie niet zeggen. Ook stuurt het ministerie alle ambassades in Den Haag een diplomatieke nota om hen opnieuw te wijzen op het naleven van Nederlandse wet- en regelgeving.

Een waarborgfonds ziet het ministerie niet zitten: „De Nederlandse staat is geen partij bij deze arbeidsgeschillen.” Minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken, CDA) zegt tegen het programma BOOS dat het „buitengewoon ongemakkelijk” is dat ambassades zich niks van uitspraken van Nederlandse rechters aantrekken. Hij zegt het gesprek te willen aangaan, maar geen middel te hebben om af te dwingen dat buitenlandse ambassades uitspraken van Nederlandse rechters opvolgen.

‘Criminelen in maatpak’

Ihssane Khachaï zegt de kwestie niet los te kunnen laten. Waarom, zo vraagt hij meerdere keren af, kan niemand iets voor hem doen? Hij stuit geregeld op foto’s van ontmoetingen tussen Algerijnse hoogwaardigheidsbekleders en Nederlandse diplomaten. De diplomatieke belangen zijn groter dan het belang van zijn zaak, denkt hij. Medio november twitterde minister Hoekstra nog een foto van een ontmoeting met zijn Algerijnse collega. Ze hebben het gehad over „de sterke samenwerking tussen onze landen”.

De conclusie, zegt advocaat Kimberley Collée: „Je hebt als werknemer van een ambassade gewoon minder rechten dan andere Nederlandse werknemers. Er wordt misbruik gemaakt van diplomatieke onschendbaarheid.”

Ook Guilherme Lima is moedeloos geworden. Hij heeft inmiddels weer werk, opnieuw als chauffeur. Maar zijn ervaringen met de ambassade van Brazilië houden hem nog altijd bezig. „Als ik een oordeel van de rechter naast me neer zou leggen, kan een ambassade beslag leggen op alles in mijn huis. Maar nu is het andersom en kan ik niks doen. De ambassade misbruikt internationale regels. Het zijn gewoon criminelen in maatpak.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 1 december 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in