2020/41 Deels onzorgvuldig

Samenvatting

M. Blaas, R. Bosma en Zembla (gezamenlijk: Zembla) hebben in de uitzending “De afvaldump door Rijkswaterstaat”, in een aantal artikelen en in Twitterberichten aandacht besteed aan de toepassing van granuliet door Graniet Import Benelux B.V. c.s. in een verondiepingsproject in Over de Maas.
De publicaties bevatten ernstige beschuldigingen aan het adres van klagers, die erop neerkomen dat zij ontoelaatbaar en zelfs strafbaar hebben gehandeld. Klagers hebben zowel in het stadium van informatievergaring als in het kader van wederhoor informatie aan Zembla verstrekt, maar daaraan is onvoldoende aandacht besteed. Bovendien is de beschuldiging van strafbaar handelen niet van genoeg context en duiding voorzien. Een en ander heeft geleid tot eenzijdige, onevenwichtige en tendentieuze berichtgeving. Zembla heeft daarmee journalistiek onzorgvuldig gehandeld. Dit brengt ook mee dat Zembla een passende rechtzetting had behoren te publiceren, waarin zij duidelijk had moeten maken dat de publicaties verwijtbaar onvolledig waren. Zembla heeft dit ten onrechte niet gedaan.
De privacy van klagers is niet op disproportionele wijze aangetast, zodat op dat punt zorgvuldig is gehandeld.
De Raad doet de aanbeveling aan Zembla om deze conclusie ruimhartig te publiceren.

Conclusie van de Raad voor de Journalistiek
inzake de klacht van

Graniet Import Benelux B.V., P. Bontrup en B. Bontrup

tegen

M. Blaas, R. Bosma en de hoofdredacteur van Zembla (BNNVARA)

De heer mr. H.A.J.M. van Kaam, advocaat te Amsterdam, heeft op 28 mei 2020 namens Graniet Import Benelux (hierna GIB), de heer P. Bontrup en de heer B. Bontrup (hierna gezamenlijk: klagers) een klacht ingediend tegen mevrouw M. Blaas, eindredacteur, de heer R. Bosma, onderzoeksjournalist, en de hoofdredacteur van Zembla (BNNVARA, hierna gezamenlijk en in enkelvoud: Zembla). Bij de beoordeling van de klacht is verder correspondentie van klagers en de heer mr. B. Priem bedrijfsjurist bij BNNVARA, betrokken van 3 en 24 juni 2020 en van 17 en 18 september 2020.

De zaak is behandeld op de zitting van de Raad van 25 september 2020. Aan de zijde van klagers waren de heer P. Bontrup, eigenaar van GIB, de heer H. Stupers, extern adviseur, en de heer Van Kaam, aanwezig. Namens Zembla zijn mevrouw Blaas, de heer Bosma en de heer Priem verschenen. De heer Priem heeft het standpunt van Zembla toegelicht aan de hand van een notitie.

DE FEITEN

De klacht richt zich tegen een uitzending van Zembla, vier artikelen die op de website van Zembla zijn verschenen en vier tweets van de heer Bosma (hierna gezamenlijk: de publicaties).

Op 6 februari 2020 is op de website van Zembla een artikel verschenen met de kop “Top Rijkswaterstaat betrokken bij afvaldump.” Dit artikel luidt als volgt:
De top van Rijkswaterstaat heeft ‘erdoorheen gedrukt’ dat een half miljoen ton afval kon worden gestort in natuurplas Over de Maas in Gelderland. Dit gebeurde tegen het uitdrukkelijke advies van de verantwoordelijke ambtenaren. Dat blijkt uit interne e-mails en documenten die Zembla in het bezit heeft en uit gesprekken die het programma heeft gevoerd met bronnen binnen en rondom Rijkswaterstaat. Uit de documenten blijkt ook dat de vergunningverlenende ambtenaren door de top van Rijkswaterstaat meerdere keren ‘onder druk’ zijn gezet om het afval dat eerder was afgekeurd, tegen de regels in toch goed te keuren.
Het afval waarover het gaat heet granuliet. Deze afvalstof is afkomstig van het bedrijf Graniet Import Benelux in Amsterdam, onderdeel van steenhandel Bontrup BV.
Granuliet komt vrij bij het bewerken van graniet en zandsteen. De ambtenaren van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, waar de vergunning voor Over de Maas onder valt, hebben de partij granuliet uiteindelijk ‘onder protest’ goedgekeurd. ‘We zien het als een dienstbevel. Er is sprake van een illegale activiteit die mede mogelijk gemaakt is door onze hoogste ambtenaar’, aldus een van de bronnen tegenover Zembla.

Halbe Zijlstra
Zembla ontdekt dat oud-minister Halbe Zijlstra het bedrijf Bontrup in contact heeft gebracht met de top van Rijkswaterstaat. Hij zegt in de uitzending dat hij dat heeft gedaan ‘omdat er op uitvoerend ambtelijk niveau sprake was van ambtelijke obstructie.’
Zijlstra is sinds zijn aftreden (2018) als minister van Buitenlandse Zaken, CEO bij bouwonderneming VolkerWessels. VolkerWessels is een belangrijke afnemer van de steenslag die Bontrup verkoopt voor de aanleg van snelwegen. Volgens Zijlstra kan Bontrup geen steenslag meer produceren als het granuliet niet verdwijnt vanaf het terrein van het bedrijf. Zijlstra: ‘Op het moment dat je geen steenslag hebt, heb je ook geen asfalt, heb je ook geen onderhoud en dan staat het werk snel stil. Daarom heeft Rijkswaterstaat een belang.’
Toxisch 
De opslag van granuliet bij Graniet Import Benelux is voor het bedrijf een probleem omdat er nauwelijks nog ruimte is om het afval op te slaan. Volgens ingewijden gaat het om zeker een miljoen ton dat in het Westelijk havengebied in Amsterdam ligt.
Het bedrijf kwalificeert het granuliet als grond en is daarom van mening dat het in de natuurplas gebruikt mag worden als ‘nuttige toepassing’.
De ambtenaren van RWS Zuid-Nederland waarschuwen diverse keren dat granuliet ‘geen grond’ is en dat het bijgeleverde certificaat een ‘onjuist bewijsmiddel’ is. Verder maken ze zich zorgen over de effecten op het milieu en dat er toxische stoffen kunnen ontstaan. Meerdere deskundigen bevestigen tegenover Zembla het gevaar. Milieuchemicus Joop Harmsen: ‘Dit materiaal moet je zeker niet storten in een ongecontroleerd systeem als zo’n plas. Je weet niet wat het effect in de toekomst zal zijn.’ Voormalig milieuofficier van Justitie Gustaaf Biezeveld: ‘Die plas staat in open verbinding met de Maas. En als er verontreinigende stoffen inzitten gaat het zich door het hele watersysteem verspreiden.’
Biezeveld krijgt inzage in alle stukken en stelt: ‘Topambtenaren hebben de lagere ambtenaren gedwongen om tegen de regelgeving in te gaan en toestemming te geven voor die stort. Dat is heel ernstig. Dat had nooit mogen gebeuren. Volgens Biezeveld is de stort een economisch delict ‘van de hoogste categorie’.
Directeur-generaal 
Uit de reconstructie van Zembla blijkt dat Bontrup meerdere keren probeert om toestemming te krijgen voor de stort van het granuliet in de natuurplas. De vergunningverlenende ambtenaren wijzen dat verzoek iedere keer gefundeerd af. Desondanks blijft de top van Rijkswaterstaat erop aandringen om het granuliet te accepteren. De directeur-generaal, Michèle Blom, geeft de directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland uiteindelijk op 18 oktober 2019 een ‘dienstbevel’ om de stort toe te laten. Binnen 24 uur keurt de vergunningverlener het vervolgens ‘onder protest’ goed. Sinds 28 oktober vinden de eerste stortingen plaats in Over de Maas.
Zembla heeft Rijkswaterstaat verzocht om een interview met Michèle Blom. Een woordvoerder verwijst door naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, omdat mevrouw Blom niets te maken zou hebben met de zaak. Het ministerie laat Zembla schriftelijk weten dat ‘er geen overtuigende argumenten zijn om granuliet niet als grond te accepteren.’
Op vragen over het gebruikte certificaat antwoordt een woordvoerder later dat ‘er geen bezwaar is tegen de huidige manier van certificeren, in afwachting van een nieuw te ontwikkelen norm.’ Zembla vraagt het bedrijf Bontrup ook om een interview, maar het bedrijf weigert te reageren voor de camera. Bontrup schakelt een communicatiebureau in, dat aan Zembla meldt dat ‘het ministerie granuliet beoordeelt als grond’, en dat Bontrup in het bezit is van een geldig certificaat.”

Vervolgens heeft Zembla op 6 februari 2020 een programma uitgezonden met de titel “De afvaldump door Rijkswaterstaat”. De uitzending wordt door de voice-over als volgt ingeleid:
“In deze uitzending onthullen we dat tegen de regels in afval van een groot Amsterdams bouwstoffenbedrijf gestort wordt in de Gelderse natuurplas Over de Maas.”

Verder bevat de uitzending onder meer de volgende – voor de zaak relevante – fragmenten.

Fragment 1
Voice-over:
“Wat is hier aan de hand? In de vroege ochtend rijden wij naar het Westelijk Havengebied in Amsterdam. Via een trackingsysteem volgen we een van de schepen die gelost heeft in Over de Maas, en nu onderweg is naar deze locatie. Maar, wat halen ze hier op? Wat is dit voor een bedrijf? Het blijkt om Graniet Import Benelux te gaan, een onderdeel van het concern Bontrup.
Bontrup haalt graniet en steen uit Noorwegen en Schotland. Dat zien we op filmpjes van het bedrijf. De brokken worden in grote schepen naar Nederland gebracht. Hier in Amsterdam wordt het verder gebroken en verkocht aan de asfalt- en betonindustrie. Een meerderheid van de snelwegen in Nederland wordt aangelegd met de steenslag die hier vandaan komt. Na lang wachten komt het schip dat we volgen aan in Amsterdam. We zien hoe grote hoeveelheden van de berg van Bontrup in het schip verdwijnen. We bellen met de schipper, we willen van hem weten wat hij aan het laden is, en uiteindelijk gaat storten in Over de Maas.”
Tegelijkertijd worden onder meer beelden van het bedrijf van GIB getoond.

Fragment 2
Voice-over:
“Als het granuliet voor een steenhouwer afval is, en hij ervoor moet betalen om ervan af te komen. Hoe is het dan mogelijk dat het granuliet van dit bedrijf gestort wordt in een natuurplas? We vragen het aan Bontrup, maar die willen geen interview geven. Wel sturen ze een certificaat om ons te overtuigen dat ze niets illegaals doen. Volgens dat certificaat is granuliet geen afvalstof, maar een grondsoort. En schone grond mag toegepast worden in natuurplassen.”

Fragment 3
Voice-over:
“Milieuchemicus Joop Harmsen is gespecialiseerd in bodem en waterverontreiniging. Hij is meteen duidelijk.”
De heer J. Harmsen, milieuchemicus:
“Nee dit is geen grond.”
Voice-over:
“Volgens hem is granuliet geen grondsoort onder meer omdat er nauwelijks organisch materiaal in zit.”
(…)
Voice-over:
“We laten Harmsen het certificaat zien dat we van Bontrup hebben gekregen, en dat ook door Rijkswaterstaat gebruikt wordt om aan te tonen dat er niets illegaals gebeurt.”
Harmsen:
“De eerste stap is verkeerd door het industriezand te noemen. Het is gewoon...ja dat is het in mijn ogen niet, het is geen zand. Het is dus een onjuist certificaat want het is een certificaat van een product waar het niet over gaat.”

Fragment 4
Voice-over:
“Ton Diepeveen is voormalig milieuhandhaver en forensisch onderzoeker. Ook hij is ervan overtuigd dat het certificaat niet bij het granuliet hoort.”
De heer T. Diepeveen, forensisch onderzoeker:
“Kijk, als jij iemand dit productcertificaat geeft en je zegt van joh, dit is het spul wat ik ga leveren. Ja, dan zit je op een vorm van oplichting, dan gooi je iets anders in de plas dan eigenlijk hier opstaat.
Wat je hier ziet is dat dit materiaal een restproduct is, wat geen grond is, dat nu naar Over de Maas gebracht wordt en wat daar dus als het ware geen nuttige toepassing is in deze grote hoeveelheden en ook niet functioneel is. Dan praat je echt over dumpen van afval.”
De heer R. Bosma, journalist Zembla:
“Dat is het.”
Diepeveen:
“En dat gebeurt in Over de Maas op dit ogenblik.”
Voice-over:
“Voormalig milieuofficier van justitie Gustaaf Biezeveld is het daarmee eens. Volgens hem pleegt Bontrup meerdere strafbare feiten.”
De heer G. Biezeveld, voormalig milieuofficier van justitie:
“Als je het in juridische termen zou kwalificeren, dan zou je zeggen dat die bedrijven opzettelijk valsheid in geschrifte hebben gepleegd door het zelf al te definiëren als grond, het aan te bieden als grond. En bovendien hebben ze zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk storten van afvalstoffen in een plas. In strijd met de wet bodembescherming. Dan is het een economisch delict van de hoogste categorie, en dat betekent dat er forse straffen op staan.” 
Bosma:
“Waar moet ik dan aan denken?”
Biezeveld:
“Dan moet je aan gevangenisstraffen denken van maximaal zes jaar.”
Voice-over:
“Bontrup schakelt uiteindelijk een consultancybureau in om ons te woord te staan. Op hun website lezen we dat dit bureau kan worden ingeschakeld als er een acuut probleem is, of als je er niet in slaagt lastige dossiers tot een goed einde te brengen.”
Bosma:
“Ja wij zoeken nu uit wat het granuliet is en we hebben nog geen enkele aanwijzing gevonden dat het om grond gaat.”
Medewerker consultancybureau (de heer H. Stupers):
“Dat is gek.”
Bosma:
“Alle deskundigen zeggen dat het nooit grond kan zijn.”
Stupers:
“Er zijn ook mensen die eraan twijfelen of de aarde rond is, daar heb je een hele groep van zelfs in Amerika.”
Bosma:
“Ja, die worden niet heel serieus genomen, toch?”
Stupers:
“Nee, nee, dat klopt. Maar deze mensen ook niet.”
De heer J. Harmsen, milieuchemicus:
“Dat is een drogreden. Daar wil ik eigenlijk niet op ingaan, want ik vind dit geen serieus argument.”
Biezeveld:
“Ja, nou ja, dat behoeft denk ik geen betoog, dat dat niet klopt. Dat bedrijf heeft een groot probleem en doet het voorkomen alsof het geen probleem is, want anders kan het niet opgelost worden en op deze manier komen ze relatief goedkoop van hun afval af. Dus door illegaal te storten, ja, behalen ze ook een enorm economisch voordeel.”

Fragment 5
Voice-over:
“De directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland mailt na het telefonische gesprek dat de druk die ze ervaart in dit dossier niet goed voelt. En dat ook haar medewerkers hier last van hebben. Ze benadrukt dat Bontrup gelijk behandeld moet worden, als elk ander bedrijf.”
Biezeveld:
“Want het ministerie is er voor het algemeen belang en niet voor het belang van individuele bedrijven.”
Voice-over:
“Maar volgens de bronnen die we spreken voert Bontrup de druk op.”
Stemacteur bron nr. 1:
“Er werd toen gesteld: als Rijkswaterstaat hier niet in meegaat, dan stopt Bontrup met zijn activiteit.”
Biezeveld:
“Ja, dit is chanteren natuurlijk.”
Stemacteur bron nr. 2:
“Als de stekker eruit gaat bij Bontrup, ligt het hele land plat. Het moest er dus doorheen gejast worden omdat we anders een probleem hebben met ons zoab-asfalt.”

Fragment 6
Stemacteur bron nr. 1:
“‘Dan schalen we op.’ zeiden ze bij Bontrup. We gaan andere wegen bewandelen. Halbe Zijlstra werd ingezet.”
Voice-over:
“Bontrup schakelt oud-minister Halbe Zijlstra in. Wat heeft hij met deze zaak te maken? Zijlstra treedt in 2018 af als minister van Buitenlandse Zaken omdat hij heeft gelogen over een ontmoeting met de Russische president Poetin. Na zijn afreden wordt Zijlstra CEO bij VolkerWessels, een internationale beursgenoteerde bouwonderneming. VolkerWessels is een grote afnemer van de steenslag van Bontrup. We bellen Zijlstra om erachter te komen wat zijn rol is geweest in dit dossier.”
Bosma:
“Klopt het dat u ook betrokken bent bij granietimport? Dat is een onderdeel van Bontrup?”
De heer H. Zijlstra:
“Eh, dat is een van de leveranciers die wij hebben, ja.”
Bosma:
“Wij zijn onderzoek aan het doen naar een verondiepingsproject Over de Maas en daar is granuliet toegepast.”
Zijlstra:
“Ik heb de heer Bontrup daarover gesproken. Ik heb hem in contact gebracht met Rijkswaterstaat en ze zijn daar mee bezig.”
Bosma:
“En met wie heeft u hem in contact gebracht bij Rijkswaterstaat, want u kent daar mensen?”
Zijlstra:
“Ja, daar ken ik mensen. Ik heb hem in contact gebracht met de ambtelijke top daar.”
Bosma:
“En met welk doel?”
Zijlstra:
“Nou, omdat hij al 20 jaar allerlei certificaten heeft om dat spul toe te passen, en er een situatie ontstond waarbij, laat ik het maar even noemen, [het er] in ieder geval alle schijn van had dat er op uitvoerend ambtelijk niveau sprake was van ambtelijke obstructie.”

Fragment 7
Voice-over:
“In een schriftelijke reactie laat het ministerie weten te hebben ingestemd met granuliet als grond, omdat er geen overtuigende argumenten zijn om het niet als grond aan te accepteren.”
Biezeveld:
“Dat vind ik dus ook heel ernstig. Het gaat om het Besluit Bodemkwaliteit. Dat is een algemene maatregel van bestuur, dat staat net onder een wet, maar dat is een besluit van de kroon, van de regering, met advies van de Raad van State. Dat kan je niet zo eventjes zeggen: ‘O, dat veranderen we even.’ Nee, dat is een hele procedure.”
Voice-over:
“Over het gebruikte certificaat zegt het ministerie dat er geen bezwaar is tegen de huidige manier van certificeren. In afwachting van een nieuw te ontwikkelen norm. Bontrup laat nogmaals weten dat ze niets illegaals doen omdat het ministerie granuliet als grond beoordeelt. Hun hele reactie is te lezen op onze website.”

Na de uitzending is, ook op 6 februari 2020, op de website van Zembla een artikel verschenen met de kop “Wederhoor en documenten bij uitzending: ‘De afvaldump door Rijkswaterstaat’.” Dit artikel luidt als volgt:
“In de uitzending 'De afvaldump door Rijkswaterstaat' onthullen we onder meer dat de top van Rijkswaterstaat ‘erdoorheen heeft gedrukt’ dat een half miljoen ton afval kon worden gestort in natuurplas Over de Maas in Gelderland. Dit gebeurde tegen het uitdrukkelijke advies van de verantwoordelijke ambtenaren. Sommige partijen, zoals Rijkswaterstaat, wilden alleen schriftelijk reageren en niet voor camera. Daarom zetten we alle documenten en het wederhoor bij deze uitzending op een rij.
Hieronder het wederhoor van Rijkswaterstaat, het ministerie en het bedrijf Bontrup: […].”
Bij dit artikel zijn links geplaatst naar de volgende documenten: “Wederhoor Rijkswaterstaat en ministerie”, “Wederhoor site bedrijf Bontrup” en “Besluit bodemkwaliteit”.

Op 12 mei 2020 is op de website van Zembla een artikel verschenen met de kop “Inspectie waarschuwde Rijkswaterstaat al in 2018 om geen granuliet te storten”. Dit artikel luidt als volgt:
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft Rijkswaterstaat al in 2018 gewaarschuwd om geen granuliet te storten in water. Dat blijkt uit een advies van de ILT aan Rijkswaterstaat dat Zembla in handen heeft na een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur.
De Inspectie schrijft dat ‘in het kader van milieubelang, de flora en fauna onder water, dient te worden voorkomen dat granuliet wordt toegepast in verschillende voormalige zandputten.’ Daarnaast concludeert de ILT dat de producent van het granuliet, Graniet Import Benelux, in overtreding is door granuliet aan te bieden zonder geldig certificaat. De erkenning van het certificaat zou daarom volgens de Inspectie moeten worden ingetrokken.
Graniet Import schakelde advocaat in
Aanleiding voor het advies van de Inspectie in november 2018 is de dan voorgenomen stort van granuliet in de Honswijkerplas, een voormalige zandwinput in de provincie Utrecht.
Vergunningverleners van Rijkswaterstaat weigerden de toepassing, waarna Graniet Import een advocaat inschakelde om toch toestemming af te dwingen. Vervolgens vroeg Rijkswaterstaat om advies aan de Inspectie, die oordeelde dat het granuliet ‘terecht is geweigerd’.
Zembla onthulde begin dit jaar dat de top van Rijkswaterstaat de stort van granuliet in natuurplas Over de Maas er doorheen drukte. Daarmee gingen de topambtenaren niet alleen in tegen de eigen vergunningverleners en handhavers, maar ook tegen de raad van andere deskundigen en een expertteam dat de overheid adviseert.
Nooit met de Kamer gedeeld
Nu blijkt dus dat ook de Inspectie adviseerde tegen het gebruik van granuliet in het water én daarnaast oordeelde dat het gebruikte certificaat ongeldig is. Dat is opvallend, omdat staatssecretaris Stientje van Veldhoven de Kamer eerder dit jaar liet weten dat volgens de Inspectie ‘het bestaande certificaat voor granuliet nog kan worden gebruikt’. Het advies van de Inspectie uit 2018 heeft ze nooit met de Kamer gedeeld.
Oud-milieuofficier van Justitie Gustaaf Biezeveld: ‘Het versterkt mijn vermoeden dat de betrokken bewindslieden de Tweede Kamer niet juist en volledig hebben geïnformeerd.’
GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger: ‘Iedere keer komen er nieuwe stukken boven tafel waaruit blijkt dat er al heel lang zeer veel twijfels zijn over de granulietstort. Waarom zijn al deze argumenten aan de kant geschoven, en wil de staatssecretaris per sé dat de stort door gaat? Wat speelt hier? De staatssecretaris moet nu de stort stil leggen, volledig transparant zijn, zodat dit tot op de bodem uitgezocht kan worden.’
Geen grond, maar bouwstof
Volgens staatssecretaris Van Veldhoven mag granuliet in het water toegepast worden omdat het grond is. Inmiddels wordt 750.000 ton granuliet in de natuurplas gestort. Maar in het advies concludeert de Inspectie dat granuliet geen grond is, maar een bouwstof. Dit is cruciaal omdat het niet is toegestaan om bouwstoffen te gebruiken in projecten zoals Over de Maas.
Forensisch onderzoeker Ton Diepeveen: ‘Dit advies van de Inspectie is dodelijk voor de geloofwaardigheid van de staatssecretaris. Hoe is het mogelijk dat dit keiharde juridische advies destijds aan de kant is geschoven?’
SP-Kamerlid Cem Lacin: ‘Dat Rijkswaterstaat en het ministerie van I&W adviezen van deskundigen negeren is al erg genoeg, maar dat ook een juridisch advies van ILT niet wordt opgevolgd is ernstig.’
Reactie ILT
De ILT gaat niet in op vragen van Zembla over hun advies aan Rijkswaterstaat. Wel laat de ILT weten dat het advies een ‘opvatting naast andere opvattingen’ is. Daarnaast verwijst de ILT naar de brief van de minister en herhaalt dat granuliet door het ministerie is bestempeld als grond. Daarom accepteert de Inspectie het huidige certificaat, in afwachting van de nieuwe richtlijn die nu wordt ontwikkeld.
Staatssecretaris Van Veldhoven deed het juridisch advies van ILT af als een ‘interne notitie’, een mening van een enkele medewerker van ILT. Het eindoordeel van het ILT was volgens haar dat granuliet als grond kan worden beschouwd. Dat zei ze dinsdag in het Kamerdebat over de granulietstort. In datzelfde debat zei ze dat de Inspectie aan Zembla om rectificatie heeft gevraagd. Uit de mailwisseling tussen Zembla en ILT blijkt dat dit onjuist is.”  
Bij dit artikel is een link geplaatst naar het document “006. BIJLAGE Jur.advies over granuliet19.11.2018.pdf”.

Op 12 mei 2020 is voorts op de website van Zembla een artikel verschenen met de kop “Reactie Zembla op uitspraak staatssecretaris over rectificatie ILT”. De intro van dit artikel luidt als volgt:
Volgens staatssecretaris Stientje van Veldhoven heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) Zembla vandaag om rectificatie gevraagd. Dit is onjuist. Zembla heeft de ILT om wederhoor gevraagd voor een artikel over een ILT-advies over granuliet van november 2018. De woordvoerder van de ILT was het niet eens met de manier waarop de reactie van de ILT in het stuk is verwerkt en verzocht daarom om de passage aan te passen. Er is geen verzoek gedaan voor een rectificatie. Hieronder het betreffende whatsappgesprek over het artikel: (…)”

Bosma heeft op 12 mei 2020 de volgende Twitterberichten verspreid:
“ILT: ‘In kader van milieubelang, de flora en fauna onder water, dient te worden voorkomen dat granuliet wordt toegepast. Inspectie concludeert ook dat GIB in overtreding is door granuliet aan te bieden zonder geldig certificaat.”
en:
“NIEUWS. De Inspectie (ILT) waarschuwde #Rijkswaterstaat al in 2018 om geen #granuliet te storten in water. Dat blijkt uit juridisch advies van de ILT dat @Zembla in handen heeft na beroep op de Wob. Dit belangrijke advies is nooit met de Kamer gedeeld: bnnvara.nl/zembla/artikel…”

Vervolgens heeft Bosma op 15 mei 2020 de volgende Twitterberichten verspreid:
“Staatssecretaris @SvVeldhoven deed juridisch advies van Inspectie (2018) aan RWS om granuliet niet te storten af als ‘een opvatting naast andere opvattingen’. Maar uit dit document blijkt dat het advies voor RWS ‘leidend’(!) was om de granulietstort af te wijzen.”
en:
“RWS schrijft dat als ze ‘willens en wetens’ granuliet als grond melden ze ‘een economisch delict’ plegen. Waarom meldt de staatssecretaris dit niet aan de Kamer? En doet ze dit ‘leidende’ document af als ‘interne notitie van de ILT’ en ‘een persoonlijk advies van 1 medewerker’?”

DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Klagers stellen – samengevat – het volgende. Er is sprake van eenzijdige, onjuiste en tendentieuze berichtgeving. Klagers zijn zonder enig voorbehoud en zonder goede grond beschuldigd van illegale activiteiten,  het opzettelijk plegen van valsheid in geschrifte en het illegaal storten van afvalstoffen. De beschuldigingen zijn zowel geuit door Zembla zelf – via de voice-over – als door geïnterviewden, onder wie de (niet volledig geïnformeerde) voormalig officier van justitie Biezeveld. Volgens de berichtgeving zou in 2018 en 2019 afval zijn gestort tegen het uitdrukkelijke advies van de verantwoordelijke ambtenaren in. Die ambtenaren zouden in oktober 2019 onder druk zijn gezet door de top van Rijkswaterstaat (RWS) om het afval, dat eerder werd afgekeurd, tegen de regels in toch goed te keuren. Daarbij is gesuggereerd dat de discussie over de toepassing van granuliet als grond pas sinds 2018/2019 speelt.
Zowel klagers als de bevoegde overheidsinstanties (het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en zijn uitvoerende agentschap Rijkswaterstaat (RWS)) hebben Zembla echter voorafgaand en na de uitzending informatie verstrekt die deze beschuldigingen volledig ontzenuwt. Uit die informatie blijkt dat het formele standpunt van de bevoegde instanties is dat granuliet al vele (tientallen) jaren als grond wordt aangemerkt, dat het productcertificaat rechtsgeldig is en dat geen sprake is van welke overtreding dan ook. Dit was en is bestendige praktijk. Klagers benadrukken dat Zembla niet kan concluderen dat zij strafbare feiten plegen, wanneer het bevoegd gezag bevestigt dat geen sprake is van een overtreding. Zembla heeft de voor klagers ontlastende informatie echter opzettelijk genegeerd.
In plaats daarvan is de hele uitzending op één intern conceptstuk gebaseerd, dat slechts de individuele opvatting van een aantal (lagere) ambtenaren bevat. Deze ambtenaren wijken op regionaal niveau in 2018/2019 plots af van de bestendige praktijk en keuren de voorgenomen toepassing van granuliet voor verondiepingsprojecten meerdere keren af. Maar deze interne ‘discussie’ heeft geen formele wijziging in het bestendige gebruik teweeggebracht. Bovendien heeft het bevoegd gezag de toepassing van granuliet als grond op 10 oktober 2019 expliciet herbevestigd.
Overigens is granuliet de afgelopen jaren veelvuldig onderzocht op mogelijke nadelige (milieu)effecten, maar keer op keer is gebleken dat granuliet schoon is. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd door gerenommeerde bedrijven en veel resultaten daarvan zijn gedeeld met Zembla. Zembla brengt echter slechts de mening van één deskundige over de toxische effecten naar buiten. Ook het artikel van 12 mei 2020 met de kop “Inspectie waarschuwde Rijkswaterstaat al in 2018 om geen granuliet te storten” is gebaseerd op één intern document, dit keer van een medewerker van de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). Klagers benadrukken dat inmiddels drie maanden waren verstreken na de uitzending en elke betrokken overheidsinstantie herhaaldelijk heeft bevestigd dat geen sprake is van een overtreding. Overigens heeft ook de ILT zelf bezwaar gemaakt tegen de in dit artikel vervatte conclusie dat klagers in overtreding zouden zijn.
Hierbij komt dat Zembla onvoldoende wederhoor heeft toegepast. Klagers hebben uitvoerig op uiteenlopende vragen van Zembla gereageerd en de redactie geïnformeerd over granuliet en de toepassingen ervan. Zij hebben toegelicht dat granuliet grond is, dat granuliet schoon is en dat het productcertificaat waarmee zij werken deugt. De in de uitzending weergegeven reactie is echter beperkt tot een ondergeschikt deel van een telefoongesprek dat Zembla met de adviseur van klagers, de heer Stupers, heeft gevoerd. Essentiële informatie van klagers – maar ook van het ministerie van IenW en RWS – is niet in de uitzending vermeld en is weggemoffeld op een webpagina die nauwelijks te vinden is. Bovendien is de reactie van klagers op de webpagina incompleet. De beschuldigingen van strafbare feiten zijn zonder enige context aan klagers voorgelegd. Zembla is echter niet ingegaan op het verzoek om context te verschaffen, zodat klagers daarop niet adequaat hebben kunnen reageren.
De beschuldigingen doen afbreuk aan de reputatie van klagers, voor wie de levering van granuliet een kernactiviteit is. Bestaande en toekomstige zakelijke relaties zullen negatief worden beïnvloed door de publicaties. Ook raken de beschuldigingen de persoonlijke levenssfeer van de bestuurders, de heren Bontrup, die niet inzien waarom zij persoonlijk in de uitzending voorkomen; zij bekleden geen publieke functie en zijn geen publieke figuren.
Ten slotte stellen klagers dat na de uitzending duidelijk is geworden dat de berichtgeving van Zembla onjuist en verwijtbaar onvolledig was. Zembla heeft dus ten onrechte geweigerd de berichtgeving te rectificeren en heeft de beschuldigingen drie maanden na de uitzending zelfs herhaald.
Klagers hebben hun standpunten uitvoerig toegelicht onder verwijzing naar een groot aantal bronnen. Zij concluderen dat Zembla onzorgvuldig heeft gehandeld.

Zembla stelt hier – eveneens samengevat – het volgende tegenover. Het is aan een redactie om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context een bericht wordt gebracht. In dit geval is gekozen voor een invalshoek die start bij het project Over de Maas. De publicaties gaan hoofdzakelijk over de handelwijze van RWS en niet over klagers. De onderdelen die betrekking hebben op klagers moeten worden bezien in het licht van het geheel van de publicaties, waarin aandacht is besteed aan verschillende aspecten rondom granulietstort en de verschillende daarbij betrokken partijen.
Er was voldoende aanleiding om met een kritische blik over zowel RWS als klagers te berichten, vooral omdat was gebleken dat klagers erop hebben aangedrongen om de afwijzingen van de meldingen voor toepassing van granuliet te ‘overrulen’. Daarnaast waren klagers ermee bekend dat granuliet naar het oordeel van handhavers en deskundigen niet voldeed aan de definitie van ‘grond’ zoals opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) en dat het certificaat volgens hen niet kon worden gebruikt. De rapporten die door klagers zijn overgelegd weerspreken het voorgaande niet. Anders dan klagers stellen, is géén sprake van een bestendige praktijk met betrekking tot de kwalificatie van granuliet als grond en is er geen overeenstemming over toepassing van granuliet in verondiepingsprojecten. Zembla brengt juist in kaart dat verschillende overheidsinstanties (en hun beleid) onderdeel zijn van het probleem, nu blijkt dat kennelijk niet het volgen van de regelgeving vooropstaat en dat RWS het kader van het Bbk en de Beoordelingsrichtlijn negeert.
Bij de totstandkoming van de publicaties is grondig onderzoek verricht. Alle cruciale documenten (vele interne e-mails, memo’s en rapporten) en bronnen, en vooraanstaande deskundigen zijn geraadpleegd. De heer Biezeveld is volledig voorgelicht en komt op basis van feiten tot zijn beschuldigingen, die ook worden onderschreven door bronnen bij RWS en andere deskundigen. Gelet op zijn achtergrond en expertise hoefde aan zijn uitlatingen niet te worden getwijfeld. In onderling verband beschouwd en gelet op de positie en achtergrond van de personen die de beschuldigingen doen, en ook gelet op de gang van zaken en het in de uitzending aangehaalde feitenmateriaal heeft Zembla voldoende onderzocht of er voor de beschuldigingen voldoende grondslag bestaat.
Daarnaast is voldoende wederhoor toegepast. Klagers hebben geweten waar de uitzending over ging en zijn voldoende in de gelegenheid gesteld vooraf te reageren. Aan klagers is op 21 december 2019 gevraagd een interview te geven en een dag later is hen een uitvoerige vragenlijst voorgelegd. Hierop hebben zij niet inhoudelijk gereageerd. Op 31 december 2019 is bovendien met de heer P. Bontrup gesproken, die niet inhoudelijk op de kwestie inging en in het vervolg zijn telefoon niet meer opnam. Vervolgens heeft de heer Stupers zich als vertegenwoordiger van klagers gemeld, die de kritiek van deskundigen heeft afgedaan met de mededeling dat ‘er ook mensen zijn die eraan twijfelen dat de aarde rond is’. Uit het certificaat en de rapporten die Stupers heeft overgelegd, kan niet de conclusie worden getrokken dat granuliet grond is. Hem is meermaals gevraagd om extra rapporten over te leggen, maar dat heeft hij niet gedaan. Op 30 januari 2020 zijn de in de publicaties geuite beschuldigingen – inclusief de visie van Biezeveld – uitgebreid aan Stupers voorgelegd. Zembla ziet niet in dat het klagers en/of Stupers aan voldoende context ontbrak om adequaat te reageren. Overigens behoefde ten aanzien van de mededeling van Biezeveld dat sprake was van chantage, geen wederhoor te worden toegepast omdat dit duidelijk diens persoonlijke mening betreft. Stupers heeft in zijn reactie naar het certificaat verwezen, de oordelen van deskundigen (van de universiteit Wageningen en instituut Deltares) in twijfel getrokken en verwezen naar het oordeel van het ministerie en de verleende toestemming. Uit de uitzending blijkt voldoende wat de standpunten zijn van klagers en RWS. Sterker nog: de opstelling van de ambtelijke top bij RWS staat centraal in de uitzending en de schriftelijke reactie van IenW wordt door Biezeveld besproken. Klagers hebben geen extra essentiële informatie verschaft die in de publicaties had moeten worden verwerkt. De documenten die het wederhoor van betrokken partijen bevatten, hadden ten tijde van de uitzending een prominente plek op de website van Zembla en daarnaar is verwezen in berichten op sociale media.
De heren Bontrup zijn niet onevenredig in hun privacy geschaad. Voor zover wordt verwezen naar het concern Bontrup, waartoe GIB behoort, is sprake van een vermenging van de achternaam Bontrup met de naam van het concern Bontrup. GIB profileert zich ook onder de naam Bontrup. De verwijzing naar ‘de heer’ Bontrup in een citaat van de heer Zijlstra – waarbij voor de kijker niet duidelijk is welke heer Bontrup het betreft – is journalistiek relevant. Van het gesprek met Zijlstra had niet op een meer terughoudende wijze verslag kunnen worden gedaan, zonder daarbij afbreuk te doen aan de nieuwswaarde en zeggingskracht ervan.
Gelet op het voorgaande bestaat geen grond voor rectificatie, aldus Zembla. Ook zij heeft haar standpunten uitvoerig toegelicht en geconcludeerd dat journalistiek zorgvuldig is gehandeld.

BEOORDELING VAN DE KLACHT

Media hebben een belangrijke taak om misstanden in de samenleving aan de kaak te stellen. Het is dan ook maatschappelijk relevant en journalistiek geboden om – zoals Zembla heeft gedaan – onderzoek te verrichten naar en/of te berichten over de mogelijk ontoelaatbare toepassing van granuliet in verondiepingsprojecten, de gevolgen daarvan voor het milieu en de betrokkenheid daarbij van RWS en klagers.
Daarbij zijn de journalist en zijn redactie vrij in de selectie van nieuws. Het is aan de journalist om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht.
Dit neemt echter niet weg dat de journalist het belang dat met een publicatie is gediend dient af te wegen tegen de belangen die eventueel door de publicatie worden geschaad.

De Raad zal de klacht bezien in de context van de gehele berichtgeving als opgesomd onder ‘De Feiten’ en die berichtgeving in onderlinge samenhang beoordelen.

Zembla heeft aangevoerd dat zij in de publicaties vooral de handelwijze van RWS aan de kaak heeft willen stellen. Het stond haar vrij om dat te doen. In de publicaties spelen klagers echter ook een grote rol. Dat erkent Zembla ook. Volgens Zembla is GIB, door de invloed die zij via voormalig politicus Zijlstra zou hebben uitgeoefend én doordat zij granuliet stort in een plas die in verbinding staat met de Maas, een speler geworden in een zaak van publiek belang.

In de publicaties worden klagers – onder meer via de voice-over van Zembla – beschuldigd van illegaal handelen en – bij monde van onder anderen de geïnterviewde deskundigen Diepeveen (voormalig milieuhandhaver en forensisch onderzoeker) en Biezeveld (voormalig milieuofficier van justitie) – van het plegen van de strafbare feiten oplichting, valsheid in geschrifte en het illegaal storten van afvalstoffen. Biezeveld spreekt van economische delicten van de hoogste categorie waarop gevangenisstraffen van maximaal zes jaar staan. Bij deze beschuldigingen is geen voorbehoud of nuancering geplaatst. Het spreekt voor zich dat de impact van deze beschuldigingen groot is, te meer nu deze zijn geuit door onafhankelijk deskundigen met specifieke expertise, aan wier oordeel gezag toekomt. 

In de publicaties wordt aan de orde gesteld dat granuliet tegen beter weten in als ‘grond’ in de zin van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) is gekwalificeerd. Granuliet zou geen ‘grond’ zijn – kort gezegd – omdat het geen organische stof bevat en niet duurzaam een bodemfunctie kan vervullen. De aan het woord gelaten deskundigen wijzen ook op de (chemische) stof ‘flocculant’ die in het granuliet zit en ervoor zorgt dat het granuliet geen troebeling geeft.
Dit zou tot gevolg hebben dat het aan GIB verstrekte productcertificaat – de zogenoemde kwaliteitsverklaring – waarin granuliet is aangemerkt als ‘grond’, geen deugdelijke basis heeft. Dat certificaat is namelijk gebaseerd op Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9321, die geldt voor industriezand en/of gebroken grind en niet van toepassing is op steenslag afkomstig van gesteente, zoals granuliet.
Door de (onterechte) verstrekking van dit certificaat behoefde GIB geen vergunning aan te vragen voor toepassing van granuliet in verondiepingsprojecten. Daarbij zou GIB al jarenlang hebben geweten dat BRL 9321 geen deugdelijke basis was voor het productcertificaat voor granuliet. Het door GIB desondanks meermalen gebruikmaken van het certificaat zou valsheid in geschrifte opleveren.
Onder meer een aantal vergunningverleners en handhavers zou zich tegen de gang van zaken hebben verzet, zich daarbij beroepend op toepasselijke regels, die – naar hun mening – ter zijde worden geschoven dan wel verkeerd worden uitgelegd. Om de besluiten van deze ambtenaren te ‘overrulen’, zou druk zijn uitgeoefend op de ambtelijke top.
Dit alles komt in de publicaties naar voren.

Wat echter niet, althans onvoldoende, in de publicaties duidelijk wordt gemaakt is dat granuliet al vóór de inwerkingtreding van het Bbk (sinds 2008) door de bevoegde instanties als grond is aangemerkt, sinds september 2009 is gecertificeerd overeenkomstig de BRL 9321 en al vele jaren wordt toegepast als grond. Deze toepassing betrof ook verondiepingsprojecten in de periode 2012-2016 (onder meer de Kraaijenbergse plassen). In de publicaties wordt ten onrechte de indruk gewekt dat granuliet pas in 2018 voor de eerste keer onderwerp is geweest van een melding door GIB voor de toepassing als grond.
Ook komt niet, althans onvoldoende, in de publicaties naar voren dat SGS Intron, de certificerende instelling, omstreeks 2010 en in 2019 – op verzoek van GIB – heeft getracht tot aanpassing van BRL 9321 (het ‘normdocument’) te komen respectievelijk tot het opstellen van een andere BRL die in de regelgeving kon worden opgenomen, dit met het doel om tot een voor granuliet passend productcertificaat te komen. Dit heeft niet tot een ander normdocument geleid.
Verder wordt in de publicaties verwezen naar een intern juridisch advies van een medewerker van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van 19 november 2018 alsmede naar een conceptnotitie van het Implementatieteam van 20 juni 2019, waarin aan de orde wordt gesteld of granuliet nog steeds als ‘grond’ moet worden gezien. Die notities worden echter niet geplaatst in de juiste context, te weten die van een (in de loop der jaren meermalen gevoerde) interne discussie, waarbij de definitie van grond in het Bbk verschillend wordt uitgelegd en die niet heeft geleid tot een officiële beleidswijziging of (in ieder geval tot 10 oktober 2019 niet) een officiële standpuntbepaling.
Evenmin wordt aandacht besteed aan de uiteenlopende deskundigenvisies over de vraag of het eerdergenoemde flocculant al dan niet een gevaar voor het milieu oplevert. Volgens GIB is dit uitdrukkelijk niet het geval.
Bovendien wordt gesuggereerd dat de ambtelijke top van RWS ‘om’ is gegaan onder (directe dan wel indirecte) druk van GIB. Uit de stukken blijkt echter dat op 10 oktober 2019 de voor het beleid verantwoordelijke directeur-generaal van het ministerie van IenW (te weten: die van Water en Bodem en dus niet de DG van RWS) heeft ‘herbevestigd’ dat granuliet als ‘grond’ kon worden beschouwd. Daarbij heeft de DG vastgesteld dat er – gezien de historie en context – geen nieuwe feiten en omstandigheden waren om voortaan het toepassen van granuliet als ‘grond’ af te wijzen en granuliet als ‘bouwstof’ te kwalificeren. Bij deze standpuntbepaling was de belangrijkste factor dat granuliet gedurende vele jaren daarvoor bestendig als ‘grond’ was gekwalificeerd. Er waren geen inhoudelijk zwaarwegende argumenten om daarvan af te wijken. Daarnaast waren er vanuit het oogpunt van de bescherming van het milieu geen overtuigende redenen om tot een andere kwalificatie over te gaan. Het niet langer accepteren van granuliet als ‘grond’ zou een beleidswijziging zijn waarvoor volgens de DG – ook vanuit oogpunt van rechtszekerheid naar betrokkenen – geen aanleiding bestond.

Zembla heeft zowel in het stadium van informatievergaring als in het kader van wederhoor verschillende keren contact gezocht met klagers. In hun reacties – waaronder begrepen die van de heer Stupers – hebben klagers herhaaldelijk en onder verwijzing naar diverse documenten aandacht gevraagd voor bovengenoemde punten en gewezen op de achtergrond en context van hun handelwijze.
Voor zover Zembla in de publicaties aandacht heeft besteed aan de reactie van klagers of aan informatie (van bronnen) die het standpunt van klagers onderschrijven, heeft zij deze geminimaliseerd, als irrelevant of onbetrouwbaar gepresenteerd dan wel belachelijk gemaakt. Het in de uitzending opgenomen fragment van het telefoongesprek met Stupers – waarin hij zegt ‘dat er ook mensen zijn die eraan twijfelen of de aarde rond is’ – doet geen recht aan de veeltallige en inhoudelijke reacties die hij in de aanloop naar de uitzending heeft gegeven. Dat geldt ook voor de weergave van het wederhoor van klagers op de website van Zembla, die is beperkt tot één e‑mail van Stupers, die daarin bovendien meedeelt op sommige vragen – ten aanzien van de strafrechtelijke beschuldigingen – niet te kunnen reageren vanwege het ontbreken van informatie en context.

Zembla heeft aan bovengenoemde aspecten van de kwestie geen, althans onvoldoende, aandacht gegeven. Gelet op deze aspecten had Zembla bovendien de (door de geïnterviewden geuite) beschuldiging van strafbaar handelen van nadere context en duiding moeten voorzien. Een en ander heeft geleid tot eenzijdige, onevenwichtige en tendentieuze berichtgeving, waarbij de door klagers verstrekte informatie op onvoldoende adequate wijze is verwerkt. Zembla heeft daarmee journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Dit brengt ook mee dat Zembla een passende rechtzetting had behoren te publiceren, waarin zij duidelijk had moeten maken dat de publicaties verwijtbaar onvolledig waren. Zembla heeft dit ten onrechte niet gedaan.

Voor zover klagers hebben gesteld dat hun privacy op disproportionele wijze is aangetast, oordeelt de Raad dat daarvan geen sprake is. Daarbij is van belang dat GIB onderdeel is van het concern Bontrup en dat in de praktijk die concernnaam wordt gebruikt. Zembla mocht de concernnaam dan ook gebruiken. Dat Bontrup ook de achternaam is van klagers, doet hieraan niet af.

Relevante punten uit de Leidraad: A., B.3, C., C.1 en D.
Relevante eerdere conclusies: RvdJ 2020/12, RvdJ 2020/2, RvdJ 2018/51 en RvdJ 2016/48

CONCLUSIE

Voor zover de klacht is gericht tegen de aantasting van de privacy van klagers, hebben M. Blaas, R. Bosma en Zembla zorgvuldig gehandeld. Voor het overige was hun handelwijze journalistiek onzorgvuldig.

De Raad doet de aanbeveling aan Zembla om deze conclusie integraal of in samenvatting te publiceren.

Zo vastgesteld door de Raad op 7 december 2020 door mw. mr. J.W. Bockwinkel, voorzitter, S. Kuijper, mw. drs. E.H.M. Lemaier, A. Olgun en F.Th.H. Ruys, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. J.E.H.J. Vollaers, plaatsvervangend secretaris.